Democratie is de Werkelijke Essentie van Ketterij, Polytheïsme en Dwaling

door Shaykh Abu Mus’ab Az-Zarqaawi, rahimahu Allaah

“De Democratie vertelt ons dat het volk onder een democratisch regime, zowel the uitvoerende macht als de bron van de macht uitoefent en dat zij het laatste woord heeft in alle zaken en dat niemand tegen de beslissingen (van het volk) in beroep kan gaan en dat niemand de oordelen (van het volk) kan bekritiseren, omdat zij de volledige macht bezit en omdat zij de bron van de macht is. Haar wil is heilig, haar keuze is bindend… Hetgeen het volk toegestaan acht, wordt toegestaan en dat wat het volk verbiedt, wordt verboden en dat wat zij accepteert als wet en regime, dient ook als zodanig te worden geaccepteerd. Iets anders geniet geen heiligheid, noch heeft het waarde of gewicht, zelfs wanneer het Religie of een Goddelijke Wet betreft die is gegeven door de Heer der Werelden.

Dit principe – dat de regering inhoudt van het volk en door het volk – is de werkelijke kern van het democratische systeem.., en het bestaat alleen door middel van dit principe. Dit is dan ook de “religie van de democratie”, die met veel ophef wordt geprezen en verheerlijkt. Dit is wat de theoretici en de denkers en missionarissen blijven openbaren en dit is in feite ook wat wij zien en beleven in de realiteit waarin wij lijden. Democratie is, in al haar variaties en interpretaties, gebaseerd op principes en fundamenten waarvan de meest belangrijke als volgt kunnen worden samengevat:

De Eerste: Democratie is gebaseerd op het principe dat het volk de bron is van alle autoriteit, waaronder ook de wetgevende (autoriteit). Dit wordt uitgevoerd door vertegenwoordigers te kiezen die als vervanging fungeren voor het volk in de taken van de wetgeving en het maken van wetten. Met andere woorden; de wetgever die in de democratie moet worden gehoorzaamd is een persoon en niet Allaah, ‘Azza wa Jal. Dit betekent dat degene die wordt aanbeden en gehoorzaamd en vergoddelijkt, vanuit het perspectief van de wetgeving en het verbieden (van zaken), een persoon is, dus de geschapene en niet Allaah, ‘Azza wa Jal. Dat is de ware essentie van ketterij en polytheïsme en dwaling en het weerspreekt de Fundamenten van het Geloof (Islaam) en het Monotheïsme en omdat het de zwakke, onwetende mens een deelgenoot maakt aan Allaah in Zijn Meest Fundamentele, Goddelijke Alleenrecht – namelijk het oordelen en in de wetgeving. Allaah, Subhaanahu wa Ta’ala, zegt:

“De Heerschappij berust bij Allaah Alleen. Hij heeft bevolen dat u naast Hem niets zult aanbidden.”

[Suurat Yuusuf; 40]

“…en Hij laat in Zijn Heerschappij niemand deelnemen.”

[Suurat Al-Kahf; 26]


De Tweede:
 Democratie is gebaseerd op het principe van vrijheid van religie en geloofsovertuiging. Onder een democratisch regime kan een persoon alles geloven wat hij wil en elke religie kiezen die hij wil en bekeren tot elke religie wanneer hij maar wil, zelfs als deze afvalligheid betekent dat men daarvoor de Religie van Allaah, ‘Azza wa Jal, verlaat… Dit is een zaak die duidelijk pervers en verkeerd is en die vele duidelijke (Islamitische) wettelijke geschriften tegenspreekt, aangezien volgens de Islaam een Moslim gedood dient te worden wanneer hij afvallig wordt van de Islaam naar de ketterij, zoals ook wordt weergegeven in de Hadeeth die wordt overgeleverd door Imaam Al-Bukhaari, rahimahu Allaah, en anderen:

“Wie ook zijn Religie verlaat, dood hem.”

En er staat niet: “Laat hem met rust.”

Men mag geen (vredes)verdrag sluiten met een afvallige, noch mag hij hem een vrije doorgang of bescherming verlenen. Volgens de Religie van Allaah, ‘Azza wa Jal, heeft hij slechts één keuze: “Berouw tonen of gedood worden”.

De Derde: Democratie is gebaseerd op het beschouwen van mensen als de enige heerser, aan wie alle juridische zaken en geschillen zouden moeten worden voorgelegd, en als er enige controverse of conflict heerst tussen de heerser en de onderdaan, dan dreigt elk van hen de ander om zich te wenden tot de wil van het volk en haar keuze, zodat het volk kan beslissen over de zaak waar onenigheid over bestaat. Dit conflicteert met en is tegengesteld aan de Principes van het Monotheïsme, dat beslist dat de Rechter, beslissend met Zijn Oordeel in zaken van tweedracht, Allaah (‘Azza wa Jal) is en niemand anders. Allaah, Subhaanahu wa Ta’ala, zegt in de Quraan:

“En waarover u ook zou verschillen, de beslissing ervan rust bij Allaah. Zeg: “Zo is Allaah, mijn Heer. In Hem stel ik mijn vertrouwen, en tot Hem wend ik mij.””

[Suurat Ash-Shuura; 10]

De democratie, aan de andere kant, stelt: “En waarin u ook zou verschillen, het oordeel daarvan rust bij het volk en aan niemand anders dan het volk…”

De Vierde: Democratie is gebaseerd op het principe van “vrijheid van meningsuiting”, ongeacht wat die uiting moge zijn, zelfs als het betekent dat de Goddelijke Macht (Allaah, ‘Azza wa Jal) en de Wetten van de Islaam worden geschaad en beledigd, want in een democratie is niets zo heilig dat men het niet kan respectloos kan bejegenen of er vulgair taalgebruik over kan uiten.

De Vijfde: Democratie is gebaseerd op het principe van het scheiden van religie en staat, politiek en het dagelijkse leven; wat van Allaah (‘Azza wa Jal) is, wordt aan Hem gegeven en dat is de aanbidding in de plaatsen die daarvoor zijn bestemd. Alle andere aspecten van het leven – politiek, economisch, sociaal enzovoorts – zijn het recht van het volk.

De Zesde: Democratie is gebaseerd op het principe van vrijheid van maatschap en van het vormen van politieke partijen en hun soort, ongeacht wat de geloofsleer, de ideeën en de ethiek van deze partijen mogen zijn. Dit principe is ongeldig en inhoudsloos volgens de (Islamitische) Wet, om een aantal redenen. Eén van die redenen is dat de vrijwillige erkenning van de legitimiteit van ketterse partijen, aanvaarding betekent van deze ketterij. En aanvaarding van ketterij, is ketterij.

De Zevende: Democratie is gebaseerd op het principe van het overwegen van de positie van de meerderheid en het aannemen van hetgeen waarover overeenstemming is bij die meerderheid, zelfs als zij overeenstemmen in onwaarheid, dwaling en overduidelijke ketterij… Dit principe is totaal verkeerd en leeg omdat de waardheid volgens de Islaam hetgeen is, dat in overeenstemming is met de Quraan en de Sunnah (dus de Traditie van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam), ongeacht of degenen die het steunen weinig of veel in aantal zijn; en hetgeen de Quraan en de Sunnah tegenspreekt is verkeerd, zelfs wanneer alle mensen op deze wereld daarover akkoord zijn.

Het is zowel opmerkelijk als verrassend dat, ondanks het feit dat democratische experimenten schadelijke consequenties hebben gehad voor de Moslims, die zwakheid, controverse, splitsing en conflicten hebben veroorzaakt.., dat ondanks al deze zaken, vele mensen volharden in het bewonderen van de democratie en het verdedigen ervan alsof zij er de eigenaars of de scheppers van zijn; de liefde voor de democratie is in hun harten ingebed, zoals liefde voor het (gouden) kalf was ingebed in de harten van de Kinderen van Israël. Allaah, Subhaanahu wa Ta’ala, heeft geoordeeld over deze zaak:

“Ik aanbid niet, wat u aanbidt, noch aanbidt u wat ik aanbid.”

[Suurat Al-Kaafiruun; 2-3]

En aan het einde van datzelfde hoofdstuk, (zegt Hij, Subhaanahu wa Ta’ala):

“Derhalve voor u uw godsdienst en voor mij mijn Godsdienst.”

[Suurat Al-Kaafiruun; 6]

De zaak is aldus een kwestie van principe; er valt niet over te onderhandelen en er is in samenhang hiermee geen enkele ruimte voor concessies. Het is een zaak die verband houdt met de Principes van onze Geloofsleer – nee!, het is de werkelijke essentie van onze Geloofsleer!”